Presb. Luik, ? 1528 (1528) Den Bosch* Heer Marten Sleghers was mogelijk afkomstig uit Lommel. Hij werd op 28 februari 1508 door heer Peter Stouten, rector van Zelem, voorgedragen als rector van het O.L.V.-altaar te Zelem en werd op 10 maart 1508 door de aartsdiaken van Kempenland ook als zodanig toegelaten. Heer Marten was toen reeds priester. Van 1519 tot 1523 wordt hij ook genoemd als absent vicaris van Kleine-Brogel. Op 11 januari 1528 verscheen hij voor de aartsdiaken van Kempenland te Diest als procureur van de clericus Enghelbrecht Peels. Deze was voorgedragen als rector van het altaar van O.L.V. en St.Brigida in de kerk van Geldrop. Toen op genoemde datum niemand bezwaar maakte tegen Enghelbrechts aanstelling kon hij op 20 januari 1528 te Geldrop worden geïnstalleerd. Mogelijk werkte heer Marten in 1528 in vaste dienst van het geestelijk gerechtshof te Diest. Op 30 september van dat jaar was hij namelijk ook als notaris aanwezig bij de verkiezing van een nieuwe deken van Cuijk. De pastoors van dit dekenaat kozen op die datum in de St.Joriskapel van Den Bosch heer Gerit Clingel, rector van Cuijk, tot opvolger van de overleden deken heer Claes Hoyberchs (nr.182). Van de akte die heer Marten samen met de Bossche kapittelnotaris Arnt Snyders (nr.345) ondertekende is slechts een onvolledig afschrift overgeleverd dat door een notaris van het dekenaat Hilvarenbeek werd gebruikt als voorbeeldakte van een dekenkeuze per viam scrutinii. Heer Marten was waarschijnlijk verwant aan heer Jan Sleghers die in 1520 als ongebeneficieerd priester in Lommel verbleef. Later bediende deze daar het St.Barbara-altaar (1524-1541) en het H.Kruisaltaar (1541-1556). 1) |
Noten | |
1. | ARAG, NDR.I 1412 (regesten 2491-2494) (28 febr. t/m 10 mrt.1508); Bannenberg e.a., De oude dekenaten, I 225, II 185, 376, 377; Bijsterveld, Laverend, I 387 nr.3386; RANB, KDOG 1276 (11 en 20 jan.1528); AAT II, 125, fo.50v-53r (30 sept.1528); Michiels, "Beneficianten", 48-49. |